256
17 September 1898.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 9 op den
heer Staal en een gelijk aantal op den heer Bloemarts.
Op grond, dat de stemmen hebben gestaakt, moet over
eenkomstig artikel 51 der gemeentewet het lot beslissen.
Daartoe worden door den voorzitter twee briefjes, de
namen der beide candidaten bevattende, in de bus gedaan
en behoorlijk dooreen gemengd, waarna door den secretaris
één bi'iefje uit de bus wordt gehaald, hetwelk bij opening
blijkt den naam te bevatten van den heer Staal.
Zoodat de heer L. J. Staal is benoemd tot lid
der commissie voor het scheepvaartkanaal.
7. Schiijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
6 September 1898, n°. 1117, daarbij, onder overlegging der
betrekkelijke adressen met het advies van den arrondisse-
ments-schoolopziener en het bericht van het betrokken hoofd
der school, ter benoeming van een derden onderwijzer aan de
openbare tusschenschool aan de Boschstraat alhier voordra
gende de heeren:
1°. J. M. Gerrts,
2°. A. P. Kerremans,
3°. Jac. van der.Linden, allen onderwijzer te Breda.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 15 op den
heer Gerris en 3 op den heer Van der Linden.
Zoodat, met ingang van heden, is benoemd tot
derden onderwijzer aan de openbare tusschenschool
aan de Boschstraat alhier de heer J. M. Gerris,
onderwijzer aan gemelde school, op de aan die
betrekking verbonden jaarwedde, overeenkomstig