17 September 1898. 257 de bepalingen der verordening, regelende de jaar wedden van het onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen in deze gemeente, vastge steld bij raadsbesluit van 29 October 1892 en ge wijzigd 6 Februari 1897, in te gaan met den dag zijner infunctietreding, en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. 8. Schrijven van burgemeester en wethouders voornoemd, d.d. 13 September 1898, n°. 1134, daarbij, onder overlegging der betrekkelijke adressen met het advies van den arron- dissements-schoolopziener en het bericht van het betrokken hoofd der school, ter benoeming van twee onderwijzeressen in de nuttige handwerken voor meisjes aan de openbare tusschenschool aan de Bosehstraat alhier voordragende: eerste voordracht: 1°. mejuffr. M. J. Vastenou, 2°. M. J. Janssens, 3o. M. Th. J. D. Wijmer, 4°. Th. W. van Schermbeek; tweede voordracht 1°. mejuffr. M. J. Janssens, 2°. M. J. Vastenou, 3o. M. Th. J. D. Wijmer, 4°. Th. W. van Schermbeek. Wordt overgegaan tot stemming. Bij de eerste stemming worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 14 op mejuffrouw Vastenou, 3 op mejuffrouw Wumer en 1 op mejuffrouw Janssens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 257