15 October 1898.
273
»'t Adres der voorbedoelde maatschappij keert hierbij terug.»
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer- Bi.oemarts zegt geen tegenspraak te vreezen,
wanneer hij beweert, dat dit punt een van de meest ge
wichtige onderwerpen is, welke in den laatsten tijd aan den
raad ter beslissing zijn voorgelegd. Met belangstelling is
door spreker kennis genomen van de gedachtenwisseling,
welke in de vergaderingen van de commissie van bijstand
over deze zaak heeft plaats gehad. Daar echter dit punt
stof geeft tot zoo velerlei en zoo uiteenloopende beschou
wingen, dat het niet mogelijk zal zijn in deze zitting de
zaak tot klaarheid te brengen, komt het spreker gewenscht
voor eene bespreking in engen kring daaraan te doen vooraf
gaan. Dan kan de zaak met meer kalmte overwogen, het
meeningsverschil met meer juistheid bestreden worden.
Het is op grond van deze overwegingen, dat spreker
voorstelt dit onderwerp te behandelen in de verschillende
sectiën tot onderzoek der gemeente-begrooting en waarin
de meeningen der leden kunnen worden saamgevat en zoo
door den algemeenen rapporteur worden medegedeeld.
Dit voorstel, voldoende ondersteund, wordt alsnu in stem
ming gebracht en aangenomen met algemeene stemmen.
11. Schrijven van de commissie voor de strafverordeningen,
d.d. 10 October 1898, daarbij, naar aanleiding van het door
burgemeester en wethouders tot die commissie gericht ver
zoek om eene bepaling te ontwerpen, ten einde het misbruik
van pauwenveeren, serpentines en confetti tegen te gaan,
voorstellende in de algemeene politie-verordening dezer ge
meente tusschen de artikelen 22 en 23 in te voegen een
nieuw
Art. 22bis.
»Het is verboden op of aan den openbaren weg pauwen-