15 October 1898.
279
«wachting of in do toekomst zonder te groot bezwaar geheel
«of gedeeltelijk aan gezegde voorwaarden zal kunnen worden
«voldaan en
20. op welke bijdrage kan worden gerekend, wanneer
«de hiervoor sub 40 en 50 omschreven voorwaarden worden
«gehandhaafd, ingeval namelijk die voorwaarden zouden blij-
«ken uitvoerbaar te zijn.
«Uwe commissie heeft na breedvoerige besprekingen ge-
smeend de voorwaarden sub 40 en 50 waarop de 100 000,
«zal worden verleend met kracht te moeten handhaven.
«Vooreerst op grond, dat het inzetten van water langs Oos-
Dterhout eene absolute noodzakelijkheid is om de gemeente
d Breda met het oog op den gezondheidstoestand ter bekwamer
«tijd te voorzien van versch water in de rivier «de Mark« en
«omliggende grachten en het overtollige water langs dien weg
«te kunnen lossen. Het belang der gemeente Breda om op
«dien grond de f 100 000,subsidie te verleenen, is niet
«alleen daarop gevestigd, maar ook de belangen der scheep
svaart eischen de handhaving der sub 4b en 50 genoemde
«voorwaarden, omdat verschillende omstandigheden dikwerf
«samenwerken, dat in het belang der scheepvaart niet altijd
«door het bestuur van het heemraadschap van de Mark en
»l)intel voldoend water kan worden ingezet en juist door
«den zijtak van Oosterhout naar Breda water kan worden
«aangevoerd om de rivier zooveel mogelijk op zeker peil te
«houden en het heemraadschap van de Mark en Dintel in
«vele gevallen onafhankelijk zal kunnen blijven van wille-
«keurige eischen van het bestuur van de Haven en Sassen
«van Zevenbergendat, zooals nog onlangs is gebleken, onge-
«motiveerde verhooging vraagt van kosten, om langs dien
«weg water op de rivier «de Mark« in het belang der scheep
svaart in te laten.
«Slechts een uwer leden der commissie was, ook onafhan-
«kelijk van deze beschouwingen, ongenegen eene subsidie te
«verleenen.
«Resumeerende heeft de meerderheid uwer commissie de
«eer aan uwe vergadering voor te stellen om aan het ont-
