ONTWERP. 22 October 1898. Tegenwoordig de heeren W. J. SLECHTR1EM, L. J. STAAL, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSM AN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEY- CHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M HEIJLAERTS, J. II. WITSENBORG en E. H. A. GULJE, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren mr. P. BLOEMARTS, J. J. NELISSEN en mr. M. P. M. VAN DAM. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 15 October 1898. overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat brieven ingekomen zijn van de heeren Bloemarts en Van Dam, houdende bericht dat zij verhinderd zijn de zitting van heden bij te wonen. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 283