22 October 4898.
285
samen 14 M. Dit water moet zich verspreiden over de sin
gelgrachten, met eene oppervlakte van ongeveer 80 M., en in
de Haven, met eene oppervlakte van 20 M., alzoo samen
100 M. Het ligt derhalve in den aard der zaak, dat de
strooming nagenoeg geheel ophoudt, waar het water, aan
gevoerd uit een bassin van 14 M. breedte, zich moet ver
spreiden in eene kom van 100 M. En waar voldoende stroo
ming ontbreekt, is vervuiling van het water niet te vermij
den. Spreker acht het dan ook den plicht van den raad,
om de gestelde voorwaarden met kracht te handhaven, wan
neer men zich, na eenige jaren, niet geplaatst wil zien voor
het feit, hetwelk thans in Den Haag tot zooveel jammer
klachten heeft aanleiding gegeven.
-De heer Scheltus ontkent niet, dat eene goede waterver-
versching van het allergrootste belang is en dit als reden
geldt, dat sprekers opinie omtrent de onderwerpelijke zaak
gewijzigd is, want ook dient het oog op de toekomst geves
tigd te worden. Intusschen is het aan spreker niet bekend
geworden, wat de oorzaak is der watervervuiling in Den
Haag, speciaal, of die stank ontstaan is door aanvoer van
vuile stoffen uit de omliggende plaatsen, dan wel door gebrek
aan uitloozing en behoorlijke waterverversching.
De voorzitter zegt, dat in Den Haag, evenals te Breda,
de verschillende riolen op de openbare wateren uitloozen.
De toeneming der bevolking en daarmede gepaard gaande
vermeerdering van aanvoer van vuile stoffen zal in ieder
geval niet vreemd zijn aan den toestand, welke thans heerscht.
De heer IngenHousz meent, dat de opmerking, door den
heer Scheltus gemaakt, niet geheel onjuist is. De riolen
en privaten, welke alhier op de Haven uitloozen, zijn talrijk
en toch wordt door de Haven-bewoners, een enkel geval uit
gezonderd, niet geklaagd over vuile dampen, die uit de Haven
zouden opstijgen.