12 November 1898.
305
al moeten de op dien grond gestichte ge
bouwen of getimmerten worden weggebroken
of opgeruimd
c. dat op den gekochten grond geene mestverza-
melingen mogen voorkomen, noch bergplaatsen
van lompen, beenderen of andere voor de ge
zondheid schadelijke stoffen mogen worden
opgericht
d. dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrij
genden aan een der sub a oi c gestelde voor
waarden niet mochten voldoen, zij, na op
hunne kosten in gebreke te zijn gesteld, voor
elke niet-nakoming en voor elk verzuim per
dag eene boete zullen verbeuren van één gul
den ten behoeve der gemeente
e. dat door den kooper voor koopsom van den
hierboven genoemden grond bij de ondertee-
kening der koopakte, na aftrek der waarde
van 'den grond, aan de gemeente in eigendom
af te staan, ten kantore en tegen kwitantie
van den gemeente-ontvanger zal worden be
taald de som van acht en zestig gulden-, en
f. dat de kosten van zegel, leges, registratie en
alle andere, op deze overeenkomst vallende,
ten laste zijn van den kooper.
17. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
adres van C. Nieuwlaat alhier, vrijstelling verzoekende van
de verbodsbepaling, vervat in art. 4 der verordening, re
gelende de bouwpolitie in deze gemeente, met betrekking
tot het bouwen van een woonhuis in eene gang aan den
Haagdijk en luidende als volgt
»Bij uw besluit van 15 October 1898 werd om prae-advies
vin onze handen gesteld een adres van Cornelis Nieuwlaat,
vopperman, te Breda, eigenaar van het perceel, kadastraal
«bekend gemeente Breda, sectie A, n0. 1635, gelegen in
»eene gang aan den Haagdijk alhier, verzoekende vrijstel-