12 November 1898.
315
groote planten en gewassen, als b. v. de agaves die, al moge
de aanschaffing geene groote kosten veroorzaken, door de
buitengewone ruimte die zij ter opberging in den winter
vereischen tot dergelijke aanzienlijke uitgaven aanleiding
geven.
Vele leden wilden dien post geheel doen vervallen. Ande
ren, toegevende dat de localiteiten, waarin de planten thans
voorloopig opgeborgen zijn, ten eenemale ongeschikt zijn voor
dat doel, waren echter van meening dat eene geschikte berg
plaats voor minder geld tot stand te brengen zou zijn.
vignr. 109. In eene afdeeling werd door verschillende leden de vraag
|iist. in art. 7. gesteld of de wenschelijkheid der invoering van muntgas
meters nog niet was overwogen.
Gaarne zou men daaromtrent de meening van burge
meester en wethouders vernemen.
In eene andere afdeeling werd naar aanleiding van de
uitgaven voor de gasfabriek en de waterleiding geconstateerd,
dat het salaris van den directeur steeds hooger wordt en de
meening geuit, dat het voor de gemeente op den duur wel
eens te hoog kon worden, weshalve men het wenschelijk
zou achten dien ambtenaar eene vaste jaarwedde toe te
kennen.
vignr. 116. In eene afdeeling werd door een der leden de wensch uit-
ifdst. iv art. 3-. gesproken, dat de toelage aan de onderbrandmeesters zou
worden verhoogd.
vignr. us. Deze post behoorde, zoo werd in eene andere afdeeling
nriist. iv art. 3c. opgemerkt, met ƒ80,te worden verhoogd, omdat twee der
nieuwbenoemde brandmeesters de telefonische aansluiting
niet uit eigen beurs wenschten te bekostigen, zooals de afge
treden brandmeesters deden.
vignr. 120. in diezelfde afdeeling werd erop gewezen, dat het brand-
1V art spuithuis aan de Nieuwehuizen herstelling behoeft, immers
dat de scheuren in den gevel noodzakelijk moeten worden
hersteld. Eveneens oordeelde men het noodig en billijk eene