32 29 Januari 1898. plaats voor veemarkt, als zijnde gelegen in een centraal gedeelte der stad. Men vindt er uitstekende stallen, ge schikte koffiehuizen en een terrein, dat met de minste kosten voor het beoogde doel kan worden ingericht. Het vee kan van alle kanten langs de buitenwegen worden aangevoerd, zoodat de zindelijkheid der straten in de binnenstad er niet door lijden zal. Bovendien heeft het Kasteelplein reeds zijn varkensmarkt, terwijl bij alle feestelijke gelegenheiden de bewoners dei- binnenstad daarvan het meest proüteeren. ofschoon de be woners van den Nieuwe- Haagdijk toch ook in de belasting moeten bijdragen. Doch, behalve het rechtvaardigheidsbe ginsel, dat hieraan ten grondslag ligt, verdient de Nieuwe- Haagdijk de voorkeur, als zijnde de meest geschikte plaats voor veemarkt. De heer Teychiné kan zich met den vorigen spreker niet vereenigen en acht den Nieuwe-Haagdijk niet een geschikt punt voor veemarkt. Het Kasteelplein, waar men beste stallingen vindt en dat gelegen is in het centrum der stad, is geknipt voor veemarkt. De voordeden, welke daarui t voort - spruiten, zullen ten goede komen aan alle neringdoenden in de stad, hetgeen niet het geval zal zijn, wanneer de markt op een der uiteinden van de stad gehouden wordt. Spreker vreest, dat eene markt op den Nieuwe-Haagdijk volstrekt geen opgang maken zal, waarom bij voorstelt bet Kasteel plein als terrein voor de op te richten veemarkt aan te wijzen. De heer Heijlaerts bestrijdt de meening van den heer Teychiné en wijst erop, dat 4/§ gedeelte van bet vee, dat te Breda wordt ingevoerd, langs den Haagdijk de stad bin nenkomt. Eene reden te meer, om in dat gedeelte der stad de veemarkt te vestigen. De heer Witsenborg stelt voor, bij het bestaande verschil yan opinie omtrent de plaats, waar de veemarkt zal gevestigd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 32