29 Januari 1898. 33 worden, liet voorstel van burgemeester en wethouders om advies te zenden aan de kamer van koophandel en fabrieken. Dit lichaam heeft indertijd het initiatief genomen en dient dus in dit geval te worden gehoord. De voorzitter wijst erop. dat burgemeester en wet houders ook daarom de voorkeur geven aan den Nieuwe- Ilaagdijk, omdat bij eventueele uitbreiding der markt ook de singel beschikbaar is. Het Kasteelplcin wordt op markt dagen door een groot aantal karren ingenomen, waardoor het beschikbare terrein voor veemarkt wel eens te klein zou kunnen blijken. De heer Staal verklaart zich voor vestiging der veemarkt op het Kasteelplein. De slagers hier ter stede, die in het begin wel den doorslag zullen moeten geven aan het wel slagen der markt, hebben, door mede-onderteekening van een adres, zich eveneens voor dit terrein verklaard. De mindere ruimte op het Kasteelplein is juist in het voordeel der zaak. Wordt de markt op een groot terrein gevestigd en men vindt hier en daar een beest, dan beneemt dit de animo bij de handelaren. Op eene markt moet drukte en vertier heerschen en beide zullen reeds aanstonds op het Kasteelplein worden aangetroffen. Den heer Van Hal komt het voor, dat het voorstel van burgemeester en wethouders de prioriteit verdient. Welis waar hebben de slagers het adres van de bewoners van het Kasteelplein mede onderteekend, doch spreker is ervan over tuigd, dat zij toch wel genoegen zullen nemen, wanneer de raad eene andere plaats aanwijst. De Nieuwe-Haagdijk is te verkiezen boven het Kasteelplein, omdat die plaats kan worden bereikt, zonder dat het vee in de stad behoeft te komen, terwijl de daar aanwezige hoornen in de zomer maanden de noodige schaduw bieden. Doch er is nog eene andere reden, die pleit voor de vesti-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 33