342 26 November 1898. ondersteuning en kan alzoo geen onderwerp van verdere beraadslaging uitmaken. Zoodat de betrokken post gehandhaafd blijft. Ylgnr. 63. Hooftlst. I art. ol. In twee afdeelingen was men algemeen van gevoelen, dat den archivaris eene verhooging van jaarwedde van f 100, behoort te worden toegekend, op grond van de uitstekende wijze, waarop die ambtenaar zijne steeds toenemende werk zaamheden verricht. Antwoord. Ook burgemeester en wethouders erkennengaarne de ijverige en goede diensten van den archivaris. Dientenge volge kunnen zij zich zeer goed vereenigen met den wensch, algemeen in twee afdeelingen uitgesproken, diens jaarwedde met ƒ100 te verhoogen. De heer Bloemarts wenscht bij niemand achter te staan in waardeering van de verdienstelijke wijze, waarop door den gemeente-archivaris zijne functie wordt waargenomen. Mis schien meer dan eenig ander lid is hij in de gelegenheid zich daarvan persoonlijk te kunnen overtuigen. Ook is het spreker niet onbekend, dat de archivaris het vertrouwen geniet der regeering in die mate, dat hem meermalen stuk ken uit het rijksarchief in bruikleen worden afgestaan, welke voor rechtskundige nasporingen van veel belang zijn te achten. Dit belet niet, dat spreker tegen de voorgestelde verhooging een principieel bezwaar heeft en meent, dat het niet aangaat ongevraagd eene verhooging van traktement toe te staan. De heer Reigersman kan zich niet vereenigen met het gevoelen van den heer Bloemarts en ziet niet in, waarom het principe niet zou mogen gelden, om ongevraagd eene verhooging van traktement toe te kennen. Spreker acht dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 342