354 26 November 1898. ten. Zijn de kosten om zulks in eens te doen te hoog, dan zoude dat lid gaarne zien dat althans jaarlijks een gedeelte onderhanden genomen werd. Antwoord. Het is niet de bedoeling de keien uit de Eindstraat te benuttigen tot uitbreiding der bestrating bij de gasfabriek, doch ter vervanging der versleten klinker- en slechte keibe strating van het deel der straat, ingesloten tusschen de Nieuwe Prinsenkade en de Gasstraat, ten zuiden van het plantsoen aldaar. Daarvoor nieuwe goedkoope keien te bezigen, is, om dezelfde redenen als hierboven voor de Felle- noordstraat is uiteengezet, niet gewenscht. Het benuttigen tot voorschreven doel van de keien uit de Eindstraat en het leggen in laatstgenoemde straat van vlakke porphvrkeien, zooals in de Brugstraten en Karrestraat, komt burgemeester en wethouders om verschillende redenen ratio neel voor. In de winkelstraten, waaronder de Eindstraat mag worden gerangschikt, alwaar de trottoirs, in verband met het per sonenverkeer, onvoldoende breedte hebben en alzoo voor het personenverkeer veeltijds van den rijweg gebruik gemaakt wordt, behooren vlakke keien van zeer regelmatige afme tingen te liggen. Aan dien eisch beantwoorden de tegen-' woordige keien van de Eindstraat niet. Ze zijn vooral zeer puntvormig en liggen daarom, bij nat weer, niet vast, waarvan het gevolg is dat de winkelruiten niet zelden met modder water bespat worden. Waar nu elders op een minder druk deel keien voor vernieuwing noodzakelijk zijn, meenen bur gemeester en wethouders dat door het voorgedragen werk een goede oplossing ten deze gevonden is. Wellicht zullen er nog goed bruikbare keien uit de op te breken bestrating bij bovengenoemd plantsoen vrijvallen, welke met vrucht kunnen benuttigd worden in het begin der Middellaan, alwaar in den winter een vrij druk cokes- vervoer plaats heeft. Alsdan wordt met de voorgedragen som een drieledig doel bereikt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 354