360 26 November 1898. Het voorstel van den heer Lijdsman, voldoende ondersteund, en strekkende om aan hoofdstuk III, art. 6 der uitgaven, alsnog toe te voegen een bedrag van ƒ6300,voor gedeeltelijke bestrating der Leuve naarstraat, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heeren Si.echtriem, Rees, Lijdsman, Van Hal, Van Dongen, Teychiné, Verschraage, IngenHousz, Witsenborg, Staal en Sassen. Tegen waren de heeren Bloemarts, Rombouts, Scheltus, Reigersman, Heijlaerts, Van Dam, Nelissen en de voor zitter. Hoofdst. III art. 6e. Een lid eener afdeeling maakte de opmerking, dat uit de begrooting niet blijkt of het, zooals sommige leden beweren, in de bedoeling ligt de trottoirs in de nieuwe aangelegde straten alleen zóo ver van ijzersteentegels te voorzien als er gebouwen langs die straten staan. Antwoord. Het is de bedoeling, zoodra er twee of meer aaneengesloten gebouwen zijn gesticht, bet daarvoor liggendê trottoir met ijzersteen tegels te bestraten. De lieer Heijlaerts vraagt, of niet de mogelijkheid bestaat, dat eene trottoirbestrating worde aangebracht langs een gedeelte van den muur van het gasthuis in de Leuvenaar straat. De voorzitter zegt, dat aan dit verzoek zal worden gevolg gegeven. Waarna de betrokken post wordt goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 360