362 26 November 1898. uitbreiding der politie deed vergezeld gaan (Zie raadsnotulen van 14 Augustus 1897) kwain o. a. het volgende voor: »In navolging van andere gemeenten van gelijken en groo- vteren omvang dan Breda, acht ik het nuttig drie hulpbureaux »van politie op te richten en wel één aan het station, één »aan de Nieuwehuizen en één in de nabijheid der Nieuwe »Ginnekenstraat of van het Wilhelminapark.« Ofschoon het denkbeeld was aangegeven, kwam het daar voor niet tot eene beslissing. Thans geschiedt de bepaalde» voordracht van burgemeester en wethouders om één politie post op te richten. Die post maakt vermeerdering van het politiepersoneel niet noodig. Ook is het geenszins de bedoeling aan het gebouwtje eene bergplaats te verbinden voor de brandspuit, die thans in de Nieuwehuizen is gestationneerd. Enkel moet er ge legenheid zijn een kleinen slangenwagen op te bergen, ten einde dien aanstonds bij het ontstaan van brand bij de hand te hebben. En wat het arrestantenlokaal betreftdit is een zeer noodzakelijk accessoir van het wachtlokaal. Daargela ten de inspanning, welke gevorderd wordt om op zoo verren afstand een arrestant, vaak ruw zich verzettende, naar het arrestantenlokaal op de Groote Markt over te brengen, levert dit voor velen een zoo stuitend tooneel op, dat alles wat strekken kan om dergelijke straattooneelen te beperken, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, als een wenschelijke verbetering moet aangemerkt worden, ook met het oog op het belang der openbare orde. De voorzitter wijst nog nader op de noodzakelijkheid, ook ingeval van brand, om ter aangeduide plaatse een politiepost te vestigen. Het bouwen van een eenvoudig wachthuisje is om verschillende redenen niet gewenscht. Te s-Bosclialwaar dergelijke kleine gebouwen aanwezig zijn, werd nog onlangs besloten die te vergrooten. De post wordt hierop goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 362