26 November 1898. 367 De bezoldiging van den directeur der gasfabriek en water leiding, waarvan mede sprake is, zal tot een onderwerp van behandeling gemaakt worden in de vergadering met de commissie van bijstand. De voorzitter voegt hier nog aan toe, dat de aanschaffing van 500 muntgasmeters reeds eene directe uitgaaf zou vor deren van 30 000,terwijl niet te verwachten is, dat hiervan een druk gebruik zal worden gemaakt. Nog slechts éénmaal is eene daartoe betrekkelijke aanvraag ingekomen. De post wordt hierop goedgekeurd. Vlgnr. 116. Hoofdst. IV art. 3c. In eene afdeeling werd door een der leden de wensch uit gesproken, dat de toelage aan de onderbrandmeesters zou worden verhoogd. Antwoord. Ettelijke dagen geleden is ter zake bij burgemeester en wethouders een adres ingekomen van de onderbrandmeesters, waarop het advies gevraagd is van het college van brand meesters, doch burgemeester en wethouders zijn nog niet in de gelegenheid den raad dat advies en hun persoonlijk gevoelen ten deze te doen kennen. De voorgedragen post wordt goedgekeurd. Ylgvur. 118. Hoofdst. IV art. 3e. Deze post behoorde, zoo werd in eene andere afdeeling opgemerkt, met ƒ80,te worden verhoogd, omdat twee der nieuwbenoemde brandmeesters de telefonische aansluiting niet uit eigen beurs weuschten te bekostigen, zooals de afge treden brandmeesters deden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 367