368 26 November 1898. Antwoord.- Aangezien de noodzakelijkheid tot het doen der hierbedoelde uitgaaf eerst gebleken is geruimen tijd nadat de begrooting was ingediend, zouden burgemeester en wethouders bij het vaststellen der begrooting het voorstel gedaan hebben 80, meer uit te trekken voor telefonische aansluitingen der brand weer. Intusschen wordt de opmerking gaarne als juist erkend. Eene verhooging van den betrokken post met 80,wordt hierop goedgekeurd. Vlgnr. 120. Hoofdst. IV art. 6. In diezelfde afdeeling werd erop gewezen, dat het brand spuithuis aan de Nieuwehuizen herstelling behoeft, immers dat de scheuren in den gevel noodzakelijk moeten worden hersteld. Eveneens oordeelde men het noodig en billijk eene som van 150,uit te trekken om de woning van den directeur der gemeente-reiniging van zonneschermen te voorzien. Antwoord. Het brandspuithuis aan de Nieuwehuizen zal hersteld worden, wellicht als het weer gunstig is, nog gedurende dit jaar. Met de zonneschermen voor de woning van den directeur der gemeente-reiniging is wellicht bedoeld het maken van eene veranda, aangezien de lichtramen van zonneblinden zijn voorzien. Burgemeester en wethouders zien niet in, dat het nood zakelijk is zulk eene veranda aan te brengen, doch zou nog meer beschutting tegen de zon wenschelijk geacht worden, dan geven zij in overweging daarin te voorzien door het planten ter plaatse van boomen. Deze post wordt goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 368