'2(3 November 1898.
381
merkingen zijn gevallen, weshalve wordt voorgesteld bedoelde
begrooting goed te keuren..
De voorzitter dankt de commissie en in 't bijzonder
haren rapporteur voor het uitgebracht verslag en stelt voor
om, overeenkomstig de conclusie daarvan, gemelde begrooting
goed te keuren.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
De voorzitter en de heer Van Dongen, respectievelijk
voorzitter en lid van het college van regenten van bovenge
noemd gesticht, wenschen geacht te worden niet tot dit
besluit te hebben medegewerkt.
De voorzitter sluit alsnu de vergadering.
De secretaris,
De voorzitter,