392
10 December 1898.
voor tonnen of emmers, afgeschaft vóór 1 Juli of aangeschaft
na 1 Juli, slechts de helft van het bedrag der vergoeding
verschuldigd is.
Art. 11.
De bepaling van het aantal tonnen en wekelijksche ver
wisselingen geschiedt door den directeur der gemeente-reini
ging, onder goedkeuring van burgemeester en wethouders,
die daaiin verandering kunnen bevelen, indien naar hun
oordeel het belang van den dienst het vordert.
Art. 12.
Aan den directeur en aan de opzichters der gemeente
reiniging, zoomede aan den gemeente-architect of die hem
vervangt, wordt de last verstrekt om met inachtneming van
artikel 3 der wet van 31 Augustus 1853 Staatsblad n°. 83),
de woningen der ingezetenen liuns ondanks binnen te treden,
ten einde zich van het nakomen der bepalingen van deze
verordening te overtuigen en overtredingen te kunnen con-
stateeren.
Art. 13.
Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt
gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25,
Art. 14.
Deze verordening treedt in werking den
als wanneer de verordeningen van 26 Augustus 1893 en
19 December 1896 zijn ingetrokken.
C. VERORDENING op de invordering der vergoe
dingen verschuldigd wegens diensten dooi
den dienst der gemeente-reiniging bewezen.
Artikel 1.
De vergoedingen, bedoeld in artikel 1 der verordening op