16 Februari 1898. 39 het koninklijk hesluit van 11 Januari 1898, n°. 8, met daarbij behoorenden staat, waarbij a. tot 1 Januari 1903 is goedgekeurd het raadsbesluit tot heffing van een recht voor het gebruik van openbaren gemeentegronden b. voor onbepaalden tijd is goedgekeurd het raadsbesluit tot heffing van een recht voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. De voorzitter stelt voor deze stukken eveneens voor kennisgeving aan te nemen en te verzenden naar burge meester en wethouders ter uitvoering. Waartoe besloten wordt. 3. Rapport van het bestuur van het pensioenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen in zake de pensioenaanvrage van R. J. van Beek, eervol ontslagen agent van politie der lste klasse, luidende als volgt: «Ter voldoening aan de ontvangen opdracht om uwen «raad te dienen van bericht en advies op het adres om «pensioen van den eervol ontslagen agent van politie der »lste klasse R. J. van Beek, hebben wij de eer U te berichten «dat adressant, als zijnde den Isten Februari 1882 in functie «getreden en den lsten Januari 1898 eervol ontslagen, bijna 16 «dienstjaren telt; «dat, blijkens de overgelegde verklaring van de genees- «heeren Drs. J. P. Hofman en P. A. Bossers, adressant niet «meer in staat is zijne betrekking te vervullen; «dat adressant volgens de overgelegde geboorte-akte den «leeftijd van 41 jaren heeft bereikt; «dat adressant is deelgerechtigde in het nieuwe pensioen sfonds, doch, wijl hij is aangesteld vóór 1 Januari 1886, het «recht heeft behouden op het pensioensbedrag, hem gewaar- «borgd bij art. 9 der oude verordening van 29 November «1862, zooals die later is gewijzigd; «dat adressant alzoo op grond van art. 5, letter a, der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 39