ONTWERP. 15 Januari 1898, Tegenwoordig de lieeren mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, A. J. REES. H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. YV. VAN HAL, J. J. NELISSEN, A. P. SCHEL'TUS, B. C. VAN DONGEN, mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, J. H. WIT- SENBORG. mr. M. P. M. VAN DAM, A. J. A. VERSCHRAAGE, en E. H. A. GULJÉ. burgemeester, voorzitter. De voorzitter opent de vergadering en houdt, van zijn zetel opgestaan, ongeveer de volgende toespraak «Mijne heerenAlvorens met de werkzaamheden in de »eerste vergadering van het pas begonnen jaar een aanvang »te nemen, is het voor mij eene behoefte U allen mijne «hartelijke en welgemeende gelukwenschen aan te bieden. «Moge 1898, zoowel in den maatschappelijken werkkring als «in het huisgezin, U niets dan zegen en voorspoed aanbrengen. «Werpen wij een terugblik op het afgeloopen jaar, dan «bestaat er alleszins reden tot dankbaarheid en tevredenheid. «Bijzondere rampen of ongelukken kwamen niet voor en «van epidemiëen bleef onze stad gelukkig bevrijd. In geen «enkel jaar is de bevolking der gemeente zoozeer toegeno- «men als in 1897. Zij vermeerderde het afgeloopen jaar met «990 en bedroeg op 1 Januari 1898 26159 zielen. «Onder de voornaamste zaken, die in 1897 op het gebied «van hygiëne tot stand kwamen, mag voorzeker genoemd «worden de demping van den waterloop «de Gampel". Deze «vuile stroom is verdwenen en het daarin afgevoerde water «vindt thans zijn weg langs een bedekt riool. Ook de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 3