406
40 December 4898.
Vóór stemden de heeren Bloemarts, Slechtriem, Nelissen,
Staal, Rees, Sassen, Lijdsman, Rombouts, Scheltus, Van
Dongen, Reigersman, Verschraage en de voorzitter.
Tegen waren de heeren Teychiné, IngenHousz, Heijlaerts,
Witsenborg en Van Dam.
Zonder bedenking worden alsnu goedgelcenrd de
verordeningen sub A en C hiervoor genoemd, met
bepaling tevens, dat een en ander in werking zal
treden met 1 Januari 1899.
11. Verslag van het verhandelde in de vergaderingen der
afdeelingen, betreffende het adres van de Bredasche bouw
grondmaatschappij, verzoekende, om ten behoeve der wonin
gen, welke gesticht zullen worden aan den verbindingsweg
tusschen de Wilhelminastraat en het Mastbosch, door gemelde
maatschappij aangelegd, het benoodigde gas en water van
gemeentewege en onder nader overeen te komen voorwaar
den beschikbaar te willen stellen en welk verslag in extenso
is opgenomen in de raadsnotulen van 12 November 1898.
De voorzitter deelt mede, dat met betrekking tot deze
zaak alsnog is ingekomen een schrijven van de kamer van
koophandel en fabrieken alhier, hetwelk wordt voorgelezen
en strekt tot ondersteuning van bovengemeld adres, op grond
van de indirecte voordeelen, welke daarvan voor de nering
doenden dezer gemeente te wachten zijn. Spreker stelt deze
zaak thans aan de orde.
De heer Bloemarts stelt voor, dat aan burgemeester en
wethouders zal worden opgedragen om in overleg te treden
met de Bredasche bouwgrondmaatschappij tot vaststelling
der voorwaarden, waarop gas en water zal worden geleverd,
onder nadere bekrachtiging dier voorwaarden door den raad.
Spreker meent, dat het belang van Breda eischt, dat het
verzoek worde toegestaan.