40 16 Februari 1898. «nieuwe verordening, aanspraak heeft op invaliditeitspensioen, «terwijl het bedrag van het pensioen, krachtens art. 9, lett. b, «der oude verordening, behoort te worden bepaald op 2/5 der «wedde van ƒ620,ƒ248, «Wij hebben derhalve de eer, onder terugzending van het «adres met bijlagen, uwen raad te adviseeren aan den «adressant R. J. van Beek toe te kennen een pensioen van «ƒ248,'sjaars." De voorzitter stelt voor om, overeenkomstig de conclusie van gemeld rapport, aan R. J. van Beek voornoemd toe te kennen een pensioen van 248,'sjaars, te rekenen te zijn ingegaan den lsten Januari 1898. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig be- besloten. 4. Schrijven van bet bestuur van het pensioenfonds voor noemd, d.d. 4 Februari 1898, n®. 7, daarbij, in verband met het rapport, uitgebracht door de commissie, belast geweest met het onderzoek der rekening van het pensioenfonds over 1896, in overweging gevende 1°. art. 37 der verordening in dien zin te wijzigen, dat de inkomsten van het fonds ook belegd kunnen worden in certificaten der nationale schuld en het artikel, gewijzigd, aldus te doen luiden: «De inkomsten van het fonds, die niet volstrekt «noodig zijn tot bestrijding der uitgaven, worden belegd «in schuldbrieven ten laste der gemeente, in inschrij- «vingen op het grootboek of certificaten der nationale «schuld, in aankoop van vaste goederen of in hypothe- «caire schuldvorderingen. Alléén de renten, niet het «kapitaal, der eenmaal belegde gelden mogen tot be- «strijding der uitgaven worden gebezigd." 2°. De bij art. 32 bedoelde som voor bureaukosten, door den secretaris-penningmeester te genieten, thans be dragende ƒ30,te bepalen op ƒ100,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 40