ONTWERP.
30 December 1898
Tegenwoordig de heeren mr. P. BLOEMARTS, W. J.
SLECHTRIEM, J. J. NELISSEN, L. J. STAAL, H. A. SAS
SEN, J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS. J. A. J. W.
VAN HAL, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, J. J.
L. TEYCHINÉ, mr VV. INGENHOUSZ, F. J. M.HEIJLAERTS,
J. H. W1TSENB0RG, mr. M. P. M. VAN DAM, A. J. REES,
Jhr. mr. A. REIGERSMAN en E. H. A. GULJÉ, burgemeester,
voorzitter.
Afwezig de heer A. J. A. VERSCHRAAGE.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 10
December 1898, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van
het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage
voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk
zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog
voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen
in het midden heeft te brengen.
De heer Lijdsman wijst erop, dat in de notulen abusief
is vermeld, dat door hem is gestemd voor het voorstel van
den heer Reigersman, om de belasting van 2,bedoeld
in art. 2 sub a der betrekkelijke verordening, te vermin
deren met ƒ1,— ofschoon spreker tegen dit voorstel heeft
gestemd. Gaarne zag hij de notulen op dit punt gerecti
ficeerd.
De heer Bloemarts, ofschoon meenende, dat hierbij aan
eene drukfout moet gedacht worden, zegt, dat op pagina 402
van de gedrukte ontwerp-notulen in den eersten volzin van
het door spreker gereleveerde het woord ^billijkheid" behoort