m
30 December 1898.
Niemand der leden daartegen eenige bedenking
te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig be-
sloten.
7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
1 December 1898, n°. 1438, verzoekende een raadslid te
willen benoemen in de commissie van beheer der ambachts
school bij periodieke aftreding op 31 December 1898 van
het raadslid, den heer J. Lijdsman.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van
Hal als stemopnemers te willen fungeeren.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan 17 op den
heer Lijdsman, terwijl één briefje in blanco is ingeleverd.
Zoodat de heer J. Lijdsman opnieuw benoemd is
tot lid van gemelde commissie en zulks voor den
gewonen tijd van zitting.
8. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
1 December 1898, n°. 1439, daarbij ter benoeming van een
lid in de gezondheidscommissie, wegens de periodieke aftre
ding op 31 December 1898, aanbevelende dg. heeren:
1°. dr. J. P. Hofman, aftredend lid, en
2°. dr. R. Brandsma.
Bij de hierop gevolgde stemming worden uitgebracht 18
stemmen, die alle blijken den naam te bevatten van den
heer dr. J. P. Hofman.
Zoodat de heer dr. J. P. Hofman voornoemd
opnieuw benoemd is tot lid van gemelde commissie
en zulks voor den gewonen tijd van zitting.
9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, dd.
1 December 1898, n°. 1440, daarbij ter benoeming van een