30 December 1898.
423
Zoodat de heer E. H. A. Guljé voornoemd op
nieuw benoem'd is tot lid van gemelde commissie
en zulks voor den gewonen tijd van zitting.
12. Schrijven van de commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs te Breda, d.d. 12 December 1898, daarbij
ter benoeming van een lid dier commissie, bij periodieke
aftreding op 31 December 1898, aanbevelende de heeren:
1°. E. H. A. Guljé, aftredend lid.
2°. A. J. A. Verschraage.
Bij de hierop gevolgde stemming worden uitgebracht 18
stemmen, waarvan 10 op den heer Guljé en 1 op den heer
Verschraage, terwijl 1 briefje in blanco is ingeleverd.
Zoodat de heer E. H. A. Guljé voornoemd op
nieuw benoemd is tot lid van gemelde commissie
en zulks voor den gewonen tijd van zitting.
13. Benoeming van leden der vaste commissiën uit den
raad, die gedurende het jaar 1899 zullen werkzaam zijn.
Bij de hierop gevolgde stemmingen worden achtereenvol
gens gekozen
a. tot leden der commissie van bijstand in het beheer
der gasfabriek en ivaterleiding
1. de heer H. A. Sassen, met 17 stemmen.
2. de heer J. J. L. Teychiné, met 17 stemmen.
3. de heer L. J. Staal, met 17 stemmen.
terwijl ééne stem was uitgebracht op den heer Van
Dam.
b. tot leden der commissie van beheer der gemeente
reiniging
1. de heer W. G. H. Rombouts, met 17 stemmen.
2. de heer J. Lijdsman, met 17 stemmen.
3. de heer J. A. J. W. van Hal, met 18 stemmen.
4. de heer A. J. A. Verschraage, met 18 stemmen.