16 Februari 1898.
47
»De alsdan aldaar vervallende houten schutting wordt
seigendom van den kooper."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel
kan vereenigen.
Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt
de voorgestelde wijziging in de voorwaarden van
verkoop van grond aan den heer J. van Winsum,
alhier, goedgekeurd.
10. Door burgemeester en wethouders worden ter vast
stelling aangeboden, overeenkomstig de bepalingen der ver
ordening op de heffing van een recht voor het gebruik van
den openbaren gemeentegrond, vastgesteld den 7den September
1897 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 11 Januari
1898, n°. 8, de volgende kohieren, als,
a. wegens aanwezige kluizen en andere in of onder den
openharen gemeentegrond gemaakte inrichtingen, op
gemaakt krachtens art. 2, sub. C dier verordening, ten
bedrage van 46,
b. wegens aanwezige beerputten in den openbaren ge
meentegrond, opgemaakt krachtens art. 2, sub. D dier
verordening, ten bedrage van 8,25;
c. wegens aanwezige spoorstaven in of op den openbaren
gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2, sub. E
dier verordening, ten bedrage van ƒ68,15;
d. twee suppletoire kohieren wegens aanwezige beerputten
in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krach
tens art. 2, sub D dier verordening, respectievelijk ten
bedrage van ƒ1,en 0,50.
Zonder bedenking worden bedoelde belastingko
hieren goedgekeurd.
11. Adres van den heer Henri Bogaerts, kunstschilder
te Boxtel, handelende onder de firma H. Bogaerts en Co.,