16 Februari 1898. 71 niets afdoen aan het hoofdprincipe, waarmede ik mijne toelichting begon. Alleen wil ik er uwe aandacht op ves- utigen, dat, door de gunstige bepalingen van aftrek voor »kinderen bij de personeele belasting en door den aftrek van 400,- bij den hoofdelijken omslag, onze minder be- Dvoorrechte stadgenooten in zeer goede conditie zijn ge- skomen en men dus ook wel eens zijne gedachte mag laten »gaan over de daarop volgende middelklasse, die door de »heffing van 15 opcenten op de personeele belasting meer »dan 50, nu voor een groot gedeelte zullen zien verloren »gaan hetgeen de vrijstelling van huurwaarde en de aftrek »voor kinderen hun bezorgd hadden. BREDA, 13 Februari 1898. W. G. H. ROMBOUTS. De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer Teychiné zou gaarne zien, dat de voorstellen werden aangehouden tot eene volgende vergadering. Hem heeft de tijd ontbroken de cijfers nauwkeurig na te gaan en hij kan maar niet klakkeloos aannemen, dat zijn voor stel, berustende op goede cijfers, eene vergissing zou zijn en dat alzoo een heilloos besluit zou zijn genomen. Spreker doet derhalve het voorstel de beslissing aan te houden. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt der halve een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Rombouts zegt, dat, behoudens ieders vrijheid om terug te komen op of te volharden in eene genomen beslis sing, uitstel niet wel mogelijk is en hier met recht van uit stel afstel komen zou. De heer Teychiné doet opmerken, dat toch hij elk voor stel de gelegenheid moet bestaan dat grondig te kunnen onderzoeken. In die enkele dagen, dat het voorstel ter kennis van de leden is gebracht, heeft spreker daartoe de gelegenheid niet gehad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 71