ONTWERP. 12 Maart 1898, Tegenwoordig de heeren mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, J. J. NE LISSEN, L. J. STAAL, A. J. REES, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, mr. A. REIGERSMAN J. J. L. TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE. mr. W. INGENHOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS en E. H. A. GULJE, burgemeester, voorzitter. Afwezig de lieer J. II. WITSENBORG. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 16 Februari 1898, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, deelt spreker mede, dat nog is ingekomen het volgend schrijven van den heer Witsenborg. »In het ontwerp (notulen) wordt op bl. 74/5 niet juist »teruggegeven wat ik gezegd heb. Van fouten in mijn berekeningen heb ik niet gesprokenik zeide dat ik 2 aan- merkingen had op mijn memorie van toelichtingen wel: »1°. op bladz. 2 een schrijffout: daar staat onder »Mobi- »lair:" »tot en met f 20000", 't geen moet zijn: »beneden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 83