84 12 Maart 1898. 20000", zooals dan ook in liet ontwerp op bladz. 58 ver- «beterd is; en »2°. op bladz. 3 (overeenkomende met bl. 60 van het «ontwerp). Daar staat: «dat zij wier inkomen minder be- «draagt dan f 500,en die dus bij afschaffing der opcenten «geheel vrij zouden zijn van het betalen van plaatselijke »belasting" enz. »Hierop had ik eene kantteekening gemaakt, woordelijk «luidende als volgt en door mij voorgelezen: «Dit was gegrond op de tot nu toe vigeerende verorde- «ning. De bedoeling van gedeputeerde staten, waarbij wij ons «hebben neergelegd, is evenwel, dat ook de inkomsten tus- vschen f 400,en f 500,in den h. o. moeten bijdragen. «Dit komt natuurlijk geheel ten voordeele van mijn voorstel «en wel in zoodanige mate, dat het door mijzelf geopperde «bezwaar daardoor ongeveer tot nul wordt gereduceerd. «Immers, nu vermindert het getal van lien die geheel vrij «zouden zijn door afschaffing van de opcenten tot zeker niet «meer dan 2 a 300, d. z. zij die meer dan f 62,50 en «minder dan f 66,67 (t/6 van f 400) woninghuur betalen. «En wanneer men nu weet, dat onder de werking van de «nieuwe wet op het personeel het getal non-valeurs even seens 200 a 300 bedraagt, dan mag men veilig aannemen, «dat het grootste getal dezer non-valeurs wel zal behooren «tot deze kleine lieden, terwijl de bijdragen van de overigen «zich in de meeste gevallen zullen bepalen tot eenige centen". «Aangenaam zou het mij zijn wanneer deze rectificatie als- «nog in de notulen werd opgenomen." Niemand hierover het woord verlangende, wor den, op voorstel des voorzitters, met inachtneming van vorenstaande bemerkingen, de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 84