12 Maart 1898. 91 1°. som eene hulplijn te mogen leggen door de St. Jans- sstraat, en 2°. »om de 6de alinea van art. 15 der concessievoorwaarden «te wijzigen. «Wij hebben gemeend in den geest van den gemeenteraad «te handelen door bij de overlegging van bedoeld adres ons «volgend prae-advies te voegen: «Ad Im. De aanleiding tot het verzoek sub 1 genoemd »is met juistheid in het adres omschreven. Na ons besluit, som gebruik te maken van de bevoegdheid ons toegekend «bij art. 17 der concessievoorwaarden en voortaan bij kermis «of najaarsmarkt en bij openbare feesten, ter wille der «openbare veiligheid, te verbieden met de tram de Groote «Markt te berijden, meenden wij de maatschappij in de «gelegenheid te moeten stellen tijdig maatregelen te nemen «om eene tijdelijke staking van den dienst te voorkomen. «Voormeld art. 17 der concessievoorwaarden luidt als «volgt Behalve naar de bestaande of nog te maken ver ordeningen op het gebruik der openbare wegen zoowel »rijks-, provinciale als gemeentelijke en op de rij- en voertuigenwaaraan de tramwagens onderworpen •»zijn en blijvenzal de concessionarisse zich moeten «gedragen naar de bijzondere voorschriften, die door ^burgemeester en loethouders in het belang der open- »bare veiligheid zullen worden vastgesteld, zelfs al nmocht eene stremming of tijdelijke staking van den vdienst hiervan het gevolg zijn, zonder eenige aan spraak op schadevergoeding.''' «Aan onzen wenk heeft de maatschappij gehoor gegeven «en verzoekt thans eene hulplijn te mogen leggen door de «St. Jansstraat. «Het vrijmaken bij groote volksverzamelingen der Groote «Markt, te meer wanneer het vrije verkeer daarover belem- «merd wordt door kramen, of, bij openbare feesten, door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 91