12 Maart 1898.
97
stel van den heer Bloemarts wel is uitgemaakt, dat vergun
ning wordt verleend tot het leggen der hulplijn door de
St. Jansstraat.
De voorzitter zegt, dat deze vergunning in de aanne
ming van het voorstel lag opgesloten en meent overigens,
dat daartegen bij de leden wel geen bezwaar zal bestaan.
De heer Sassen verklaart, dat hij zich alsdan bij het uit
brengen zijner stem heeft vergist, omdat hij geen bezwaar
had tegen het oorspronkelijke voorstel van burgemeester en
wethouders, maar wel tegen de wijziging door den heer
Bloemarts voorgesteld. Spreker verzoekt daarvan aanteeke-
ning in de notulen.
10. Adres van den heer M. A. Kuijtenbrouwer, direc
teur der Ginnekensche tramwegmaatschappij voornoemd, d.d.
9 Maart 1898, daarbij vergunning verzoekende om rails te
mogen leggen, in aansluiting aan de bestaande trambaan,
schuin tegenover het raadhuis te Ginneken, naar de tram-
loods, staande op den Schoolakker aldaar, onder mededeeling,
dat de vereischle vergunning door den raad der gemeente
Ginneken is verleend onder beding, dat ook, voor zooveel
nóodig, de toestemming van het gemeentebestuur van Breda
moet verkregen zijn.
De voorzitter zegt, dat de kunstweg, waarop de ver
langde aansluiting zal worden gemaakt, ook ten deele in
onderhoud is bij deze gemeente. Spreker vraagt, of de raad
bereid is de noodige vergunning te verleenen.
Niemand daartegen bedenking hebbende, wordt
besloten aan den heer Kuijtenbrouwer voornoemd
vergunning te verleenen tot het leggen van rails
in den openbaren weg te Ginneken, in aansluiting-
met de bestaande trambaan, schuin tegenover het
raadhuis, naar de tramloods, staande op den School
akker aldaar.