98 12 Maart 1898. 11. Adres van J. F. Ammerant te Breda, daarbij inkoop verzoekende een stuk gemeentegrond van de gedempte Oude Vest, achter den Beijerd in deze gemeente, zooals dit thans bij adressant van de gemeente in huur is. De voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders ter fine van prae-advies. Waartoe besloten wordt. 12. Voorstel van burgemeester en wethouders alhier tot het oprichten eener vrije vischmarkt in deze gemeente met prae-advies van de kamer van koophandel en fabrieken alhier en waaromtrent de beslissing in de vorige vergadering is aangehouden. De voorzitter stelt deze zaak opnieuw aan de orde. De heer IngenIIousz, ofschoon in 't algemeen voor behoud van den bestaanden vischafslag, verklaart niet genoegzaam op de hoogte te zijn met de tegenwoordige regeling en evenmin met de feilen of fouten, welke daarbij mochten ingeslopen zijn. Waar nu de kamer van koophandel en fabrie ken eveneens adviseert den bestaanden toestand te behouden, mits eene behoorlijke reorganisatie plaats hebbe, geeft spreker in overweging het voorstel te renvoyeeren naar de kamer van koophandel, met uitnoodiging te willen mededeelen, welke veranderingen, naar haar oordeel, behooren te worden aangebracht, om in het algemeen belang den afslag van visch te kunnen behouden. Het voorstel van den heer IngenHousz wordt voldoende ondersteund en maakt alsnu een onderwerp van beraadsla ging uit. De heer Staal verklaart in den laatsten tijd meermalen een bezoek te hebben gebracht aan de vischmarkt en tevens overtuigd te zijn, dat er misbruiken bestaan. Toch is spreker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1898 | | pagina 98