ONTWERP.
22 April 1 S99.
Tegenwoordig de heeren W. J. SLECHTRIEM, J. J.
NELISSENL. J. STAAL, A. J. REES, H. A. SASSEN,
J. LIJDSMAN, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN
HAL, A. P. SCHELTUS, B. C. VAN DONGEN, jhr. mr.
A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉmr. W INGEN-
HOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, J. H. WITSENBORG,
mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS en E. H.
A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heer A. J. A. VERSCHRAAGE.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 1 April
1899, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement
van ordeter inzage voor de leden hebben gelegen en hun
bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand
der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige be
merkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van
voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een
schrijven van den heer A. J. A. Verschraage, berichtende
dat hij wegens uitstedigheid verhinderd is de vergadering van
heden bij te wonen.