112
22 April 4899.
Tegen stemden de heeren Slechtriem, Nelissen, Staal,
Sassen, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Scheltus, Van
Dongen, Reigersman, Teychiné, Heijlaerts, Bloemarts
en de voorzitter.
Vóór waren de heeren Rees, Witsenborg en Van Dam.
Daarna komt in stemming het voorstel van den voorzitter,
om ten aanzien van het adres over te gaan tot de orde van
den dagwelk voorstel met 16 tegen 1 stemmen wordt aan
genomen.
Vóór stemden de heeren Slechtriem, Nelissen, Staal,
Rees, Sassen, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Scheltus,
Van Dongen, Reigersman, Teychiné, Heijlaerts, Van
Dam Bloemarts en de voorzitter.
Tegen was de heer Witsenborg.
De heer IngenHousz had zich bij beide stemmingen van
medestemmen onthouden.
8. Namens burgemeester en wethouders wordt door den
voorzitter ter vaststelling aangeboden een suppletoir
kohier van aanwezige beerputten in den openbaren gemeen
tegrond, opgemaakt krachtens art. 2, sub D der verordening
op de heffiing van een recht voor het gebruik van den
openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van 7
December 1897, ten bedrage van ƒ0,50.
Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge
steld op een bedrag van f 0,50.
9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
11 April 1899, n°. 532, daarbij, onder overlegging der be
trekkelijke adressen met het advies van den arrondissements
schoolopziener en het bericht van het betrokken hoofd der
schoolter benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige
handwerken voor meisjes aan de openbare tusschenschool
aan de Boschstraat alhier (vacature mevr. Quack-Hilgers)
voordragende