22 April 1899. 125 door spreker voorgesteld amendement, zal hij toch stemmen tegen het voorstel in zijn geheel. Toen indertijd de veror dening op de bouwpolitie werd gewijzigd in dien zindat daarbij het dispensatierecht werd toegekend om daarvan in bijzondere gevallen gebruik te kunnen makenhebben aan den raad geheel andere toestanden voor oogen gestaan, dan die, waarover thans eene beslissing moet worden genomen. De voorzitter wijst erop, dat de te stichten woningen, wat inhoud en ruimte betreftgeheel voldoen aan de eischen der bouwverordening. Alleen de afstand met betrekking tot perceelen aan anderen toebehoorende, voldoet niet aan de vereischte. Bovendien mag niet uit het oog worden ver loren, dat volgens het plan van adressant een aantal goede arbeiderswoningen wordt gebouwd, waaraan tegenwoordig groote behoefte bestaat en welke tegen een minimum bedrag zullen worden verhuurd. De heer Slechtriem kan zich geheel vereenigen met het voorstel van burgemeester en wethouders. Wordt het amen dement van den heer Bloemarts aangenomendan zullen daardoor twee open ruimten ontstaanwelke al zeer spoedig tot eene bergplaats van vuil en andere onreine stoffen zullen worden gebezigd, omdat zij gelegen zijn in de onmiddellijke nabijheid van woningen, wier bewoners in den regel het niet zoo nauwkeurig opnemen met de openbare reinheid en die zich wanen boven de wet te staan. Ook wat de openbare gezondheid betreftmeent spreker, dat daarvoor geene nadeelen te duchten zijnomdat het terrein langs alle zijden open is en dus voldoende toevoer van lucht en licht kan plaats hebben. Wel zou spreker liever zien, dat geene woningen gebouwd werden en de Dieststraat verbreed werd, doch dit zal vooreerst wel tot de vrome wenschen blijven behooren. De heer Bloemarts is van oordeel, dat, wanneer er behoefte bestaat aan ar beiderswoningen deze niet gebouwd moeten worden op eene plaatswaarzooals hierreeds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 125