128 22 April 1899. alzoo zeer in het belang van het korps zelf, wat betreft het aanbrengen van lessenaars en andere muziekbenoodigdheden Bovendien worden, bij ongunstig weder, de muziekuitvoe ringen in het lokaal der vereeniging voortgezet, hetgeen niet mogelijk zou zijn, wanneer de kiosk op een ander punt der stad geplaatst werd. Spreker betreurt derhalve het besluit van burgemeester en wethouders, omdat dit de jaloezie zal opwekken van bewoners in andere stadsgedeelten, terwijl er geene enkele reden bestaat, om van den tot dusver gevolgden regel af te wijken. De heer Nelissen acht de plaats, die burgemeester en wethouders op het oog hebben, wel geschikt. Bovendien is men niet gebonden. De voorzitter wijst eropdat bij buitengewone ge legenheden en nationale feesten de muziekuitvoeringen toch altijd op de Groote Markt kunnen gehouden worden, omdat de kiosk gemakkelijk verplaatsbaar is. De heer Bloemarts vreest, dat er moeielijkheden zullen ontstaanwanneer van den tot dusver gevolgden regel wordt afgeweken. De verplaatsing zal dan a tour de role moeten geschieden, en in de verschillende stadswijken zal iedereen eens eene beurt willen hebben. Bovendien acht spreker het Stationsplein niet eene geschikte plaats, omdat daar geregeld een druk verkeer is. Beter ware het dan de kiosk te plaatsen in de Willemstraat op het onbestrate gedeelte. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders aanvankelijk het oog gevestigd hadden op een der punten in de Willemstraat, hetwelk echter bij onderzoek bleek niet geschikt te zijn. De heer Van Dam wijst er nog op, dat geene slechtere plaats kan worden uitgekozen dan het Stationsplein, waar aanhoudend drukte en geraas heerschen door de vele trams en treinen, die geregeld aan- en afrijden. Er behoort reke-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 128