436 20 Mei 4899. had te kennen gegeven, dat de voorzitter die com missieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Van Dam, Scheltus en Staal. 5. Schrijven van het burgerlijk armbestuur te Bredad.d. 40 Mei 4899, n°. 34, ter goedkeuring aanbiedende de reke ning en verantwoording van gemelde instelling over het dienstjaar 4898, vergezeld van de daarbij behoorende be wijsstukken. De voorzitter stelt voor deze stukken eveneens te stellen in handen eener commissie van drie leden tot onder zoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voor zitter die commissieleden zal aanwijzenworden door hem als zoodanig benoemd de heeren Lijds- man Reigersman en Sassen. 6. Schrijven van het college van regenten van het oude mannenhuis te Bredad.d. 15 Mei 1899, n°. 147, daarbij ter goedkeuiing aanbiedende de rekening van de ontvangsten en uitgaven van gemeld gesticht met de daarbij behoorende bescheiden over het dienstjaar 1898. De voorzitter stelt voor deze stukken eveneens te stellen in handen eener commissie van diie leden tot onder zoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegevendat de voor zitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodaning benoemd de heeren Ver- schraage, Rees en Slechtriem. 7. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 4 Mei 4899, n°. 612, daarbij, in verband met de verdeeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 136