20 Mei 1899. 143 «Mermans aan de gemeente zoude worden afgestaan 16 Ms, «alzoo een verschil van 48 Ms of ad ƒ0,50 per Ms 24, «Wordt op het voorstel van adressant ingegaan, dan kan »daaruit worden afgeleid dat Mermans in betere conditie «komt dan de wed. Creton en Mannie, welke voor de «meerdere oppervlakte grond respectievelijk f 31 en ƒ68 «hebben moeten bijbetalen. «Men moet daarbij evenwel niet uit het oog verliezen, «dat, wat betreft de wed. Creton: «1°. hare gebouwen, door den tand des tijds, geheel ver- «sleten en rijp waren om gesloopt te worden. «2°. het stuk grond door de gemeente aan haar in eigen- «dom overgedragen aan de Gampelstraat grensde en alzoo «als bouwterrein meer waarde had dan achtergebouwen «liggende gronden. «En wat betreft B. Mannie hij wist voordat hijbij onder- «handschen aankoop, eigenaar van de bedoelde huisjes «werd, dat deze gesloopt moesten worden en heeft ze als «zoodanig dan ook voor een minimum prijs gekocht. «De woningen van Mermans en ook de daaropvolgende, «voor zooverre de gewijzigde rooilijnen betreft, vallen wat «inhoudsruimte enz. betreft niet in de termen om onbe- «woonbaar verklaard te worden, terwijl zij voor het meerendeel «nog in vrij goeden staat verkeeren. Hieruit laat het zich «verklaren, dat er bij de betrokken eigenaren geen prikkel «bestaat om de voorgevels, tot verbreeding der straat, terug «te trekken en dat alzoo de gemeente, als publiek lichaam, «de meest belanghebbende is, ten einde tot de gewenschte «straatverbreeding te geraken. «Waar men in den loop der jaren, in deze gemeente, «min of meer belangrijke sommen heeft besteed om straat- «verbreedingen tot stand te brengen, hetzij dan dat dit uit «een hygiënisch oogpunt of wel in het belang van het «verkeer of uit welstand gewenscht werd geacht, daar komt «het ons voor, dat in verband met het bovenstaande, in het «algemeen belang, aan den eisch van adressant kan en mag wor- «den toegegeven en zulks te meer, omdat het betreft eene voort szetting van eene reeds tot stand gekomen straatverbreeding.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 143