146 20 Mei 1899. herstellingen zullen moeten gedoogen zonder eenig recht op schadeloosstellingook al moeten de op dien grond staande gehouwen of getimmerten wor den weggebroken of opgeruimd c. dat op den door de gemeente Breda in eigen dom over te dragen grond geene mestverzamelingen mogen plaats hebben of bergplaatsen van lompen beenderen of andere voor de gezondheid schadelijke stoffen worden opgericht d. dat, wanneer de nieuwe eigenaar of zijne rechtverkrijgenden aan een der sub a en c gestelde voorwaarden niet mochten voldoenzijna op hunne kosten in gebreke te zijn gesteld, voor elke niet-nakoming en voor elk verzuim eene boete zullen verbeuren van één gulden per dagten behoeve der gemeente Breda e. dat de kosten van zegels, leges, registratie, overschrijving in de openbare registers en alle andere kostenop deze overeenkomst vallende, ten laste zijn van den eigenaar der perceelen sectie A, n"\ 3766, 1222 en 1223. 17. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op het adres van de onderbrandmeesters in deze gemeente verzoekende verhooging van hunne jaarlijksche toelage en luidende gemeld prae- advies als volgt »Bij uw besluit van den 8. November 1898 werd door U, »ten fine van prae adviesin onze handen gesteld een adres »van de onderbrandmeesters der Bredasche brandweer, ver- jzoekendev y>a. hun eene jaarlijksche toelage toe te kennen van ƒ50, »in de plaats van f 5,en ytb. ieder van hen in het bezit te stellen van een insigne. »Op dit adres wonnen wij het gevoelen in van het college »van brandmeesters, dat, naar U zal blijken uit het hierbij »in originali gevoegde antwoord, aanvankelijk het verzoek »van adressanten ondersteunde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 146