14
21 Januari 1899.
der vereeniging „Bonus Eventus" om eene subsidie van
f 250,in stemming wordt gebracht en aangenomen met
12 tegen 6 stemmen.
Vóór stemden de heeren Bloemarts Sleciitriem Staal,
Rees, Lijdsman, Van Hal, Scheltus, Teychiné, Ver-
schraage, IngenHousz, Heijlaerts en de voorzitter.
Tegen waren de heeren Nelissen, Sassen, Rombouts,
Van Dongen, Witsenborg en Van Dam.
13. Rapport van het college van curatoren van het gym
nasium en de commissie van toezicht op het middelbaar on
derwijs alhier, betrekkelijk de adressen van S. J. van Nooten
en J. F. Schmöle c. s., houdende aanvrage om toelating
van vrouwelijke leerlingen op het gymnasium en de hoogere
burgerschool.
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer Scheltus, overtuigd, dat ieder der leden thans,
ook na kennis genomen te hebben van de adviezen, zoowel
van het college van curatoren van het gymnasium als van
de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs en
vooral van de bijlagen, door den directeur der hoogere bur
gerschool verzameld, onherroepelijk zijne stem zal hebben
bepaald, acht het overbodig, pogingen aan te wenden om de
leden, die anders denken dan hij zelf, tot zijne meening
over te halen. Spreker zal zich dus van elke beschouwing
te dien opzichte onthouden, doch zich enkel bepalen tot het
motiveeren zijner stem, die hij straks over dit onderwerp
zal uitbrengen.
Bij het bepalen van zijne stem, is door spreker op den
voorgrond gesteld, dat, aangezien naar zijn gevoelen, de
bestaande gemeente-belastingen niet hooger mogen worden
opgevoerd, de toelating van vrouwelijke leerlingen tot het
gymnasium en de hoogere burgerschool aan de gemeente
zelfs niet hét geringste geldelijk offer mag kosten.