150 20 Mei 1899. Vóór stemden de heeren Slechtriem, Staal, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Scheltus, Van Dongen, Teychiné, Verschraage, IngenHousz, Witsenborg, Van Dam en de voorzitter. Tegen waren de heeren Rees, Sassen, Reigersman en Heijlaerts. 19. Voorstel van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 13 Mei 1899, n°. 060, tot aanvulling van de algemeene politie verordening voor deze gemeente. De voorzitter geeft in overweging dit voorstel te verzenden naar de commissie voor de strafverordeningen, ten einde daaromtrent het gevoelen dier commissie te vernemen. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 20. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 8 Mei 1899, n°. 640, houdende een voorstel tot verkoop van planten en luidende als volgt: »In de begrooting voor den dienst van het loopende jaar »werd door ons eene som van ƒ2050,voorgedragen tot »het bouwen eener oranjerie, beter gezegd eener bergplaats »van planten, in het Valkenberg. »Deze voordracht kon niet 's-raads goedkeuring wegdragen. »Met 11 tegen 8 stemmen werd de post aan de begrooting Dontnomen, »Het zal U uit het bijgevoegde rapport van den opzichter »der gemeente-beplantingen blijken, dat de proef welke »genomen is, om tóch de aanwezige planten te behouden, mislukt is. Zij behoeven eene goede bewaarplaats in den winter, welke niet bestaat, willen ze niet wegkwijnen en »ten slotte sterven. »Beter dan ze dien weg te laten opgaan, komt het ons »voor, ze in het openbaar te verkoopen, waartoe wij de eer »hebben U bij dezen het voorstel ted oen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 150