20 Mei 1899. 151 «Noode wordt door ons dit voorstel gedaan, omdat het «hebben van een goeden bloemenvoorraadbij plaats gehad «hebbende openbare feesten, zeer nuttig en voordeelig «gebleken is; voordeelig vooral, want moeten dan bloemen «en planten gehuurd of gekocht worden, loopen de kosten «hoog, zooals ons de ondervinding al eens geleerd heeft, «toen eigen voorraad niet toereikende was. «Bovendien verhoogen de bloemen het aanzien van het «Valkenberg en strekken zij daar tot genoegen van alle «ingezetenen «Mocht de raad alzoo nog iets gevoelen voor deze over- «wegingen en termen kunnen vinden op zijn vroeger besluit «terug te komen, dan stellen wij ons gaarne bereid, het in «dit schrijven gedane voorstel in te trekken en ons vroegere «plan tot het doen bouwen eener bergplaats voor planten «opnieuw in te dienen, al ligt het geenszins in onze bedoeling «meer planten te verzamelen en te kweeken dan redelijker- wijze noodig is.« De voorzitter stelt dit punt aan de orde. De heer Sassen meent, dat er geene enkele reden is, om op het eenmaal genomen besluit terug te komen en kan zich zeer wel vereenigen met het voorstel tot verkoopvoor zooveel betreft de groote harde planten welke moeielijk op behoorlijke wijze kunnen verzorgd worden. Bij den tegen- woordigen toestand der gemeente financiën acht spreker het niet wenschelijk zich de luxe eener oranjerie te permitteeren. De gewone zaken worden veronachtzaamd waarbij spreker tot voorbeeld aanhaalt den slechten toestand der beplan tingen in de Wilhelminastraat. Het voorstel tot verkoop van de overtollige plantenniet de bloemennoemt spre ker zeer verstandig. Thans zullen zij nog eene kleinigheid op brengen; later niet meer, omdat zij allengs minder gezocht zijn. En wat betreft de versieringen bij feestelijke gelegenheden, wijst spreker eropdat deze vroegertoen de gemeente die groote planten nog niet bezat, toch evenzeer op behoor lijke wijze plaats hadden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 151