17 Juni 1899.
171
voorwaarden worde overgedragen aan de Algemeene
telephoon-maatschappij, voorheen Ribbink van Bork
Co.gevestigd te Amsterdam.
15. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier
op het adres van de onderbrandmeesters in deze gemeente
verzoekende verhooging van hunne jaarlijksche toelage, welk
prae-advies in extenso is opgenomen in de raadsnotulen van
20 Mei 1899 en waarvan de verdere behandeling in die ver
gadering is aangehouden.
Bij dit prae-advies is gevoegd het volgende alsnog te dier
zake ingekomen schriftelijk voorstel van het raadslid, den
heer W. J. Slechtriem:
«In de gemeenteraadszitting van 20 Mei 1.1. is door mij
«betoogd, dat het voorstel van B. en W., om n.l. bij eiken
«onderbrandmeester eene telefoon te doen aanbrengen mijns
«inziens, onnoodig is, daar het in evenredigheid van de
«daaraan verhonden jaarlijksche kosten van ƒ400,(dit
«moest wezen ƒ300, geen verbetering brengt.
«Op voorstel van ons geacht medelid, den heer J. Staal,
«werd besloten deze zaak aan te houden tot eene volgende
«vergadering, ten einde haar nader te kunnen overwegen.
«Die overweging heeft mij versterkt in mijne meening,
«dat de vrees gewettigd is, dat door aan eiken onderbrand-
meester eene telefoon te geven, de verantwoording (naar
«het spuithuis te gaan en op te schrijven, waar de brand is)
«van den eenen op den anderen zoude kunnen geschoven
«worden, terwijl hij, die nu alléén de telefoon heeft, die
«verantwoordelijkheid beter gevoelt, waardoor de bestaande
«regeling voor zoover mij bekend is nooit reden tot
«klagen gegeven heeft.
«Wil men echter iets doendat wel verbetering zal brengen
«in den bestaanden toestand en dat bovendien geschieden
«kan zonder meerdere kosten voor de gemeente, dan komt
«het mij voor, dat zulks kan plaats hebben op de volgende
«wijze: Men brenge de telefoon, die thans berust bijeenen