8 Juli 1899.
191
»De Roode Vaart heeft eene lengte van 8,5 IC. M.de
«sluizen zijn wijd 6,50 M.de minste slagdrempeldiepte is
«4,81 M. A. P.het kanaal is breed 12 M. op den water-
«spiegel en 7 M. in den bodem, bij eene bodemsdiepte van
«2 M A. P. en een kanaalpeil van ongeveer A. P.
«Het maximum verhang bij de uitstrooming zal omstreeks
»7sooo bedragen
«Zooals ik hierboven opmerkte wordt gewoonlijk water in
«zetting verlangdals het peil te Breda tot 0,18 M. plus
»A. P. gedaald is; blijkens de tabellen van de waterstanden,
«waargenomen aan de Tolbrug te Bredakwam deze lage
«waterstand, gedurende de laatste vijf jaren voor:
in 1894 op 88 dagen,
1895 84
1896 50
1897 93
1898 112
«In de jaren 1897 en 1898 werd langs de Roode Vaart
«water ingelaten, resp. 10 en 15 malen.
«Nu wenscht, blijkens de in den aanhef van mijn schrijven
«genoemde voorwaarden de gemeenteraad van Breda de
«gelegenheid van den aanleg van het Rijkskanaal Zuid-Wil-
«lemsvaart—AmerBreda te benuttigen om langs den zijtak
vOosterhoutBreda inlating van water tijdens de bovenge-
«noemde omstandigheden te bedingen en dus door dat
«middel ontslagen te worden van de verplichting tot betaling
«der retributie van 50,die thans voor elke waterin-
«lating verschuldigd is, en natuurlijk ook veel talrijker water-
«inlatingen te kunnen vorkrijgen dan thans, nu daarvoor
«telkens moet betaald worden.
«Ik meen, dat uit het vorenstaande voldoende blijkt dat
«dan op den zijtak OosterhoutBreda dezelfde totale strem-
«ming van scheepvaart tijdens elke inlating zal intreden als
«nu op de Roode Vaart het geval is en het zou mij voor-
«komendat om die reden de sub 5 gestelde voorwaarde
«voor het Rijk geheel onaannemelijk is.
«De zijtak OosterhoutBreda zal lang zijn 5'/2 K. M.de
«sluiswijdte zal zijn 7,50 M.de slagdrempeldiepte 2,35 M.
