8 Juli 1899. 199 binnen één jaar na de onderteekening der overeen- «komst (13 Augustus 1898): «1°. den gekochten grond langs de openbare straten «af te sluiten met een ijzeren hek op voetmuur, «hoog te zamen 1,50 M. boven de trottoirbanden «aldaar «2°. den gekochten grond aan de zuidzijde af te «sluiten met een houten heining, hoog 2 meter; «3°. den gekochten grond als tuin aan te leggen. y>b. binnen tien jaar na de onderteekening der overeen- komst den gekochten grondgelegen achter het «perceel n°. 2313, ter oppervlakte van ongeveer 165 «centiaren volgens een door burgemeester en wethou- «ders goed te keuren plan, te bebouwen. «Ter verzekering dat aan deze verplichtingen zou worden «voldaan, werd voorts bepaald, dat de koopster of hare «rechtverkrijgenden, na in gebreke te zijn gesteld, voor eiken «dag verzuim eene boete zouden verbeuren van één gulden «ten behoeve van de gemeente Breda. «Alle deze voorwaarden, gegrond op de billijkheid, even- «zeer als het besluit-zelf tot onderhandschen verkoop van den «grond aan adressantewier perceeien grenzen aan den ver- «kochten grond, zijn indertijd door adressante aangenomen, «zonder nu zoodanige redenen voor het gevraagde uitstel «aan te voeren, die bepaaldelijk kunnen doen verwachten, «dat na verloop van twee jaar een meer gunstige tijd voor «haar zal gekomen zijn. Op dien grond hebben wij de eer »U in overweging te geven afwijzend op het adres te be- »schikken«. De voorzitter vraagtof de raad zich met dit prae- advies kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten, overeenkomstig het daarbij gedane voorstelop het verzoek van adressante af wijzend te beschikken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 199