8 Juli 1899.
kingen bestaan en vraagt, of de raad zich met dit voorstel
kan vereenigen.
Niemand daartegen eenige bedenking in het mid
den brengende wordt besloten den heer H. C. J.
Eenhorst thans tijdelijk leeraar in de Latijnsche
en Grieksche talen aan het gymnasium alhier, met
ingang van 1 September 1899 als zoodanig definitief
te benoemen op de aan die betrekking verbonden
jaarwedde van twee duizend guldenwordende deze
benoeming geacht te zijn geschied per cursusjaar
en onder voorbehoud van de goedkeuring des mini
sters en met bepaling verder, dat de benoemde,
eervol ontslag verlangendehet verzoek daartoe
minstens drie maanden vóór den afloop van het
cursusjaar zal behooren in te dienen.
B. Verslagen.
1. Door den voorzitter wordt verslag uitgebracht
van de op 6 Juli 1899 gehouden openbare aanbestedingen
van
a. het leveren van steenkolen ten dienste van het gemeentehuis,
de scholen en de bureaux van politie.
Zijnde hiervan aannemer geworden A. van der Jagt te
Breda voor 0,73 per HL.
b. het baggeren van 600 M 3 modder in de singelgracht tusschen
de Willens- en de Mauritsbrug en het lossen daarvan
in het kanaaltje „De Gampel
Zijnde hiervan aannemer geworden A. de Leij te Breda
voor f 480,
c. liet leveren van bezaagd iepenhout voor brugdekken.
Zijnde hiervan aannemer geworden C. Blijlevens te
Made voor f 329,
d. het uitvoeren van rioolwerken in de Terheijdenstraat, onder
het spoorwegemplacement en in den voormaligen rijksweg
naar Terheij den.