216 29 Juli 1899. noodzakelijkheid van het houdeu van melkvee en het telen van groenten in het belang der patiënten. De heer Rombouts zegt, dat artikel 1 van de verordening voor het stedelijk ziekenhuis luidt, dat in deze inrichting uitsluitend worden opgenomen die behoeftige zieken, die, om welke reden ook, niet in andere ziekeninrichtingen in deze gemeente kunnen worden opgenomen. Deze brug wordt opgeheven, omdat de vereeniging »Alles voor allen» zich bereid verklaard heeft alle lijders zonder onderscheid in hare inrichting te verplegen, waarvoor van gemeentewege opname wordt verlangd. De kwestie van observatie kan bovendien bij de voorwaarden van den verkoop geregeld worden. Neemt men bovendien in aanmerkingdat blijkens het gemeente verslag over 1897 slechts 7°/0 van de behoeftige lijders in het stedelijk ziekenhuis zijn verpleegd en de overige 93°/0 niet alleen zonder bezwaar, maar ook tot voldoening in bijzondere ziekeninrichtingen waren opgenomen en verzorgd, dan kan spreker niet de vrees deelen, dat de verpleging van dit ge ringe aantal eenige moeielijkheid zal veroorzaken. Wat het financieel voordeel betreft, hetwelk voor de gemeente aan den verkoop verbonden is, meent spreker nog te moeten wijzen op de jaarlijksche kosten van onderhoud der gebouwen, bij welke besparing als ontvangst te voegen zijn de renten van het kapitaal, als koopsom te bedingen. Mocht de gemeente ooit besluiten de ziekenverpleging in eigen beheer te nemen en alzoo een eigen gasthuis willen bouwen, dan zou het terrein, waarop zich thans het stedelijk ziekenhuis bevindt, toch veel te klein zijn. Ook daarom, meent spreker, kan de verkoop geen bezwaar opleveren. Wat de stads-apotheek aangaat, deze moet qua talis behouden blijven. De heer Reigersman acht het volkomen mogelijk in een contract zoodanige bepalingen op te nemen, waarbij de zieken verpleging in haren geheelen omvang wordt geregeld, doch niet te ontkennen valt, dat de gemeente in hare eigen inrich tingen geheel zelfstandig kan optreden, hetgeen bij een contract

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 216