218 29 Juli 1899. 7. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 17 Juli 1899, n°. 905, met betrekking tot het schrijven van de gedeputeerde staten dezer provincie, geleidende een brief van den districts-schoolopziener, houdende klacht over gebrek aan ruimte in de openbare scholen voor kosteloos onderwijs in deze gemeente. Bedoeld prae-advies is van den volgenden inhoud: «Ter fine van prae-advies werd door U, bij besluit uwer «vergadering van den 17. Juni 1899, in onze handen gesteld «een brief van de gedeputeerde staten dezer pro vincie van «den 8. Juni 1899, G, n°. 124, 2e afd., 3e bur., geleidende «een schrijven van den heer schoolopziener in het district D Breda, waarin deze bericht, dat op 1 Mei l.l.'wederom 44 «arme kinderenwegens plaatsgebrekniet zijn kunnen «toegelaten worden tot de openbare school te Breda-, onder «bijvoeging, dat 20 van den iet-toegelatenen bezochten eene «bijzondere school. Er zouden derhalve 24 kinderen zonder «onderwijs zijn. «Een door ons ingesteld onderzoek verschafte ons de vol- «gende wetenschap t<a. dat in de achtklassige school van den heer De Bie niet «alleen alle kinderen konden geplaatst worden, maar er «zelfs in de lagere klassen 16 en in de drie hoogste «klassen 36 plaatsen onbezet waren; y>b. dat van de 43 (niet 44) kinderendie in de school van «den heer Clerx niet konden geplaatst worden, 39 «(niet 20), hetzij bereids op de openbare scholen voor «kosteloos onderwijs geplaatst zijn, of op bijzondere scholen «onderwijs ontvangen. Met namen kunnen die kinderen «genoemd worden; »c. dat 38 kinderen kosteloos openbaar onderwijs ontvangen, «wier ouders thans in staat moeten geacht worden zeiven «het schoolgeld te betalen, of wel zich buiten de ge- «meente gevestigd hebben. «De toestand lijkt ons derhalve niet zoo schril, als die «door den heer districts-schoolopziener is voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 218