21 Januari 1899.
21
»De meisjes, die niet huwen, moeten zooveel mogelijk
betrekkingen kiezen, waarbij de schoone eigenschappen der
vrouw, fijngevoeligheid, tact, hulpvaardigheid, tot haar
«recht komen, als daar zijn: onderwijs, verpleging, het
»geneesheerschap voor vrouwen en kinderenverder is er
»geen bezwaar tegen, dat vrouwen kantoorwerk, waaronder
»ik reken: notaris-, ontvangers-, telegraaf-, postkantoorwerk,
verrichten, als zij ongehuwd blij ven.
Zelfs dr. Cox, zegt spreker, is dus een voorstander van
coëducatie, want hij zal toch niet verlangen, dat voor die
enkele meisjes, die zich bijv. aan de geneeskunde willen
wijden, afzonderlijke scholen worden opgericht.
Wanneer alle andere argumenten gewogen en te licht
bevonden zijn, dan komt men nog met één argument, dat
voor velen wel het argument zal zijn, n.l. ditdat de con
currentie om aan eene betrekking te komen voor onze jongens
toch al zoo groot isdat die nog grooter zal wordenwan
neer men meisjes op hoogere burgerscholen en gymnasia
toelaat en dat, al ware het alleen maar daarom, de meisjes
geweerd moeten worden.
Professor Hector Treub zegt daarvan»het argument is
»zeker van groote kracht, maar het steunt op slappen bodem. Op
»den bodem n.l. van het laagste soort van mannelijk egoïsme.«
Spreker is het hiermede volkomen eens en vindt bovendien
dat argument niet bijzonder vernuftig; want, wanneer men
werkelijk bang is voor die concurrentie, dan kan men aan
dien angst de waarde afmeten van het hoofdargument der
antifeministen, n.l. dat de vrouw niet geschikt zou zijn voor
ernstige studie. Bovendien bedenke mendat reeds vele
honderden vrouwelijke leerlingen in ons land gymnasia en
hoogere burgerscholen bezoeken en dat dus door toelating
van wellicht een lOtal meisjes hier te Breda de concurrentie
waarlijk niet bovenmatig vergroot zal worden.
Op grond van al het aangevoerde meent spreker, dat van
hen, die zich ook nu nog blijven verzetten tegen coëducatie,
in redelijkheid verwacht mag worden, dat zij met feiten uit
goede bron zullen bewijzen, dat geheel Nederland ongelijk
heeft en dat alleen Maastricht en Breda gelijk hebben.