222 29 Juli 1899. Vóór stemden de heeren Slechtriem, Staal, Rees, Sassen, Lijdsman, Rombouts, Van Hal, Scheltus, Reigersman, Teychiné, IngenHousz, Heijlaerts en Van Dam. Tegen waren de heeren Bloemarts, Verschraage en de voorzitter. 8. Nader prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 10 Juli 1899, n°. 887, in zake de telefonische aansluiting van de onderbrandmeesters bij de brandweer alhierluidende als volgt »In uwe zitting van den 17. Juni 1899 kwam een schrif- «telijk voorstel ter tafel van uw medelid, den heer W. J. «Slechtriem, strekkende om niet alle onderbrandmeesters «telefonisch aan te sluiten, maar de telefoon, die thans «berust bij eenen onderbrandmeester van eiken kring, over «brengen naar den ook thans bestaanden sleutelbewaarder «van elk spuithuis, die in de onmiddellijke nabijheid van «het spuithuis woont, met de opdracht, om, ter vergoeding «voor die telefoon, bij bericht van brand, het spuithuis open «te zetten en op het bord te schrijven waar de brand is. «Voorts werd daarbij in overweging gegeven dan aan iederen «onderbrandmeester eene brandschel te geven. «Omtrent dit voorstel hebben wij, overeenkomstig uw «besluit, het gevoelen ingewonnen van het college van «brandmeesters, dat in een uitvoerig schrijven dit voorstel «bestrijdt en handhaaft het eigen voorstel van dat college, «gelijk dit is vervat in ons aan U gericht schrijven van «den 25. April 1899, n°. 593. «Met nauwgezetheid hebben wij bedoeld onderwerp nader «overwogenen op grond dat de telefoon voor de brandweer «zulk een voorname factor is om onverwijld, te kunnen op- «treden en dit het best verzekerd is door iederen onderbrand- «meester telefonisch aan te sluiten, zijn wij de meening toege- «daan, dat, hoeveel waardeering het voorstel van uw medelid, «den heer Slechtriem, ook moge verdienen, dient ingegaan «te worden op het voorstel van het college van brandmeesters. «Onder mededeeling van het bovenstaande en overlegging «van de tot deze zaak betrekking hebbende stukkenhebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1899 | | pagina 222